Kroedwösj 2024
Terugblik > Het afgelopen jaar
DE KROEDWÖSJ, een oeroud ritueel
Hoe oud de rooms-katholieke traditie van het zegenen van de kroedwösj bij gelegenheid van het feest van Maria ten Hemelopneming (15 augustus) precies is, valt moeilijk te zeggen. Een van de oudste vermeldingen uit deze streken komt uit de archieven van het adellijke stift Sint Gerlach in Houthem, en dateert uit 1519. Daarin is sprake van ‘ne Onser Liever Frauwen kruytweyingh dach’. Maar waarschijnlijk is de traditie ouder, en dateert ze uit de vroege middeleeuwen.
Waar de wortels van de traditie liggen, is gemakkelijker te verklaren. In vroegere tijden, toen de mensen veel dichter bij, en veel meer samen met, de natuur leefden dan nu, was het de gewoonte om op gezette tijden de goden – van wie immers alle goeds afkomstig was – te bedanken voor hun goede gaven. Met name voor de planten, want onze voorouders hadden al snel in de gaten dat die in feite de basis van het leven vormen. Planten leverden voedsel, zorgden voor genezing bij ziekte, beschermden tegen onweer en andere kwade krachten. Wie kon je daarvoor in deze Germaanse streken beter bedenken dan de godin Freya, de aardmoeder?
Zo ontstond een ritueel offerfeest ter ere van Freya. Bij die gelegenheid werden – zeggen oude geschriften – negen kruiden en de eerste vruchten van het land (graan) in het vuur geworpen. Dat plaatst het ritueel in zijn jaargetijde: net na of halverwege de oogsttijd. Toen de rooms-katholieke kerk het offerfeest ‘kerstende’, met een aantal aanpassingen invoegde in het geheel van geaccepteerde kerkelijke tradities, was er eigenlijk maar één kandidaat om de rol van de oude ‘heidense’ godinnen over te nemen: Maria.
Qua tijd en inhoudelijk paste het bijna exact. Maria ten Hemelopneming wordt op veel plaatsen nog steeds aangeduid als ‘Onze Lieve Vrouwe halfoogst’. En het kruidenoffer kon gehandhaafd blijven, ondersteund door een in de loop van de middeleeuwen ontstane legende die vertelt hoe de apostelen bij een bezoek aan het graf van Maria daar niet haar lichaam aantroffen, maar een bos van bloemen en geurige kruiden.
De samenstelling van de kroedwösj, die door de eeuwen heen nogal eens veranderde, verwijst nog steeds terug naar de veelzijdige rol van planten in het leven van de mens. Volgens de Bemelense traditie bestaat de kroedwösj uit zeven planten: twee helende kruiden (duizendblad en boerenwormkruid), twee onheil afwerende kruiden (leverkruid en donderkruid), twee broodvruchten (tarwe en rogge) en het blad van een boomvrucht: de walnoot.
Kroedwösj maken
De traditie van de kroedwösj-maken gaat vooral om de beleving van onze relatie tot de natuur. Daarom hebben we dit jaar met degenen die daarvoor belangstelling hebben een wandeling gemaakt in de natuur in en rondom Bemelen onder leiding van Guus Urlings.
Daarna zijn gezamenlijk de boekjes gebonden en werd er nagepraat met koffie en vlaai.
Na de mis van Maria-Tenhemelopneming werden de kruiden gezegend. Dat vond plaats vinden bij het beeld van Maria van Banneux in de tuin van de pastorie. Het koor zong. Er was grote belangstelling.